Kwartierstaat VAN LIEMPT

5.4. NN, begr. 16‑4‑1748;
16‑4‑1748 kind van Jan van Liempt

6. Godefridus (Goord) 7‑9‑1702, volgt V‑a, pag. 108;
zn.v. Wilhelmus Hendrix en Ioanna, S. Petrus Hendrix, Maria Gorts;

7. Joanna (Jenneke) 4‑4‑1709, overl. na 3-11-1749,
dr.v. Wilhelmus van Limd en Ioanna, S. Gerardus Ian Gerits, Alegondis Ian Handrix (zie II‑d)
zij huwt StO 5‑2‑1736 (disp. 2e en 3e gr.) Gijsbert Dirks van Boxtel, zn.v. Dirk Gijsberts van Boxtel en Heijlke Cornelis Peter Martens van der Hagen;
>zij wonen te St. Oedenrode onder Olland‑Houtem
>hoe zijn Jenneke en Gijsbert aan elkaar verwant?

>Van Theodorus van Boxtel en Helena te StO gedoopt: Catharina 3-6-1683, Elisabetha 12-11-1685;
Adrianus van der Rijt huwt StO 26-2-1716 Catharina van Boxtel;
Josephus (Joost) van der Laak huwt StO 5-9-1717 Elisabetha Gijsberts van Boxtel
Hendrik Willems van de Laar huwt StO 6-3-1706 Maria van Boxtel (ref. dtb)
In 1694 wordt gedeeld tussen Marten, Heijlke wed.v. Dirk van Boxtel, Thonisken geh.m. Ariaen Ariaens, Anneken geh.m. Peter Rutten van Heretum, en Maijken geh.m. Peter Jan Thonis (ref. erfdeling BHIC Toegangsnr. 7636 Inv.nr. 132 p. 1)

hieruit k. Gijsberts van Boxtel te StO:

7.1. Lambertus 15-3-1736; zn.v. Gijsbertus van Boxstel en Johanna van Liemdt, S. Antonius van Boxstel, Maria Judoci van de Laeck (familysearch im. 429)

7.2. Johanna Maria 23-8-1737; dr.v. id., S. Catharina Adriani Verrijt (im. 441)

7.3. Theodorus 23-9-1738; zn.v. Gijsbert van Boxstel en Johanna van Liemdt, S. Judocus van de Laeck, Maria Hendrici van de Laeck (im. 445)

7.4. Theodorus 1-10-1739; zn.v. Gijsbertus van Boxtel en Joanna van Liemt, Godefridus van Liemt, Elisabetha van de Laeck (im. 449)

7.5. Theodorus 1-9-1740; zn.v. id., S. Arnoldus van Gruenendael, Catharina van Boxtel (im. 450)

7.6. Helena 23-9-1741; dr.v. Gijsbertus van Boxtel en Joanna van Liembde, S. Antonius van Liembde, Elizabetha van de Laak (im. 452)

7.7. Helena 2-4-1743; dr.v. id., S. Joanna van Liembde (im. 456)

7.8. Joanna 5-6-1744; dr.v. id., S. Joannes Verhoeven, Joanna van Boxtel (im. 459)

7.9. Gijsbertus 22-7-1745; zn.v. Gijsbertus van Boxtel en Joanna van Liembd, S. Guilielmus Antonii van Boxtel, Theodora Willems (im. 462)

7.10. Guilielmus 23-7-1745; zn.v. Gijsbertus van Boxtel en Joanna van Liembde, S. Joannes van Liembde, Maria van de Laar (im. 462)

7.11. Elizabetha 24-9-1746; dr.v. id., S. Justinus van de Laak, Maria van Groenendael (im. 465)

7.12. Helena 16-2-1748; dr.v. id., S. Antonius van de Laak, Margareta van Liembde (im. 470)

7.13. Helena 3-11-1749; dr.v. id., S. Joannes van Liembd, Petronella Olislagers (im. 475)

Op 12‑8‑1746 verkoopt Gijsbert van Boxtel als man en momboir van Jenneke Willems van Liemdt de erfdelen die hem uit de nalatenschap van zijn vrouws ouders zijn aangekomen aan Jan Willems van Liemdt, inwoner alhier. Betreft 1/3 deel in huis, hof en aangelag te Olland, naast Hendrik de Laure en verder grenzend aan de gemeentegronden, en 1/3 deel in allerlei stukken land, waaronder een te Liempde onder Casteren (ref. StO Prot. Transporten en delingen, inv. 139 f.286, scan akte)

StO ORA inv.nr. 167 jaar 1703 p. 62 Jan van Halder die welcke verclaerde opgedragen ende overgegeven te hebben alle sijne goederen, gereserveert een bedt ende coets met een kist aen Willem Handricx van Liempt sijnen swager. (swager = schoonzoon)

Willem Handricx van Liempt treedt op namens zijn vrouw Jenneke bij de deling tussen erfgenamen van Jan Jaspers in 1703, na overlijden van Mathijs Thijssen van de Heuvel weduwnaar van een van de erven van Jan Jaspers:

StO ORA inv.nr. 167 jaar 1703 p. 141 Willem Willem Handricx van Laer ende Jan Aerts Haubracken als momboir van de onmundige kijnderen van wijlen Aert Mathijssen Maes, verweckt inde eersten huwelijck bij wijlen Lijsebeth, dochtere Jan Jaspers, als mede hen fort ende sterck mackende voor des selffs meerderjarige kijnderen ende heeft Jan Aerts voorschreven als man ende momboir van Jenneke Jan Jaspers sijne huijsvrouwe. Willem Handricx van Liemde, man ende momboir van Jenneke sijne huijsvrouwe. Anneke meerderjarige dochter Jan Jaspers voornoemd, geassisteert met Gerart Stanssen Molemakers. Die welcke bekende met malcanderen aengegaen te hebben eene erfscheijdinge ende deijlinge van de goederen hen luijde mits doode van Mathijs Thijssen vande Heuvel saliger in tochte was beseeten weegens sijn eerste huijsvrouwe, soo als sij seijde ende verclaerde.